Toelatingsprocedure
Het besturenoverleg PO VO Zuid Kennemerland heeft de werkgroep PO-VO. Deze werkgroep bestaat uit bestuurders en vertegenwoordigers uit het PO en VO. De werkgroep PO-VO behandelt alle thema’s rond “doorlopende lijnen”. De opdracht aan de werkgroep PO-VO is het beschrijven van de toelatingsprocedure PO-VO. Naar aanleiding van het Toets besluit door de regering in januari 2023 is het volgende wettelijk geregeld:
- de doorstroomtoets is verplicht en wordt elk jaar in de eerste twee weken van de maand februari afgenomen;
- krijgt de leerling een hoger toetsadvies dan het voorlopig schooladvies? Dan geeft de school een hoger definitief schooladvies. Alleen als het in het belang van de leerling is, kan de school besluiten het advies niet te verhogen;
- het uiteindelijke schooladvies is leidend. Dat betekent dat geen andere testen of toetsen als selectiecriterium mogen gelden.
Bovenstaande heeft gevolgen voor de toelatingsprocedure en is als zodanig verwerkt in de onderstaande regeling.
Voor welke leerlingen gelden de afspraken van de toelatingsprocedure?
De toelatingsprocedure is van toepassing op de instroom in het regulier voortgezet onderwijs in de regio Zuid-Kennemerland voor elke leerling met een basisschooladvies voor één van de volgende opleidingen:
- Praktijkonderwijs (PrO)
- één van de leerwegen van het vmbo, met of zonder leerwegondersteunend onderwijs
- havo
- vwo
De leerling wordt door de ouders digitaal aangemeld bij www.de-overstap.nl. Daarbij is het tijdstraject van deze toelatingsprocedure, aangegeven in het Brugboek en op de website, leidend. Deze afspraak geldt voor alle leerlingen van groep 8 uit het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs die doorstromen naar het reguliere VO; ook voor de leerlingen die van een basisschool komen buiten de regio Zuid-Kennemerland. Als de leerling doorstroomt naar het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) geldt er een aparte procedure. Ook voor leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte zijn er aanvullende afspraken gemaakt.
Indien er sprake is van een meervoudig advies hanteren VO-scholen een plaatsingsbeleid. Het is van belang om kennis te nemen van het plaatsingsbeleid van de desbetreffende school.
Doelstelling toelatingsprocedure
De toelatingsprocedure wil het proces van de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs van elke leerling zo goed mogelijk laten verlopen. Het basisschooladvies, de schoolkeuze, de aanmelding en de inschrijving van de leerling op een school voor voortgezet onderwijs staan hierbij centraal.
1. Advies van de basisschool is leidend
2. Kwalitatief hoogwaardige behandeling door de VO-school
3. Helder proces van schoolkeuze, aanmelding en toelating
Afspraken toelatingsprocedure
Bij de overstap naar het voortgezet onderwijs spelen twee zaken een belangrijke rol:
- Het basisschooladvies (eerste gegeven);
- Aanvullende onderwijskundige informatie (het onderwijskundig rapport – OKR)
Het basisschooladvies
Uiterlijk 31 januari geeft de basisschool een voorlopig schooladvies. Dit basisschooladvies is het leidend criterium voor het vervolgonderwijs en dient kwalitatief onderbouwd te worden. Daarbij kijkt de school onder andere naar:
- de aanleg en de talenten van een leerling;
- de leerprestaties;
- de ontwikkeling tijdens de hele basisschoolperiode;
- de concentratie, de motivatie, het doorzettingsvermogen en andere schoolse vaardigheden van een leerling.
Een leerling kan zich alleen aanmelden op een school die het soort onderwijs aanbiedt dat in het basisschooladvies staat. Procedureel moeten de volgende stappen worden genomen:
- de doorstroomtoets-scores zijn bij de basisscholen uiterlijk 15 maart bekend;
- uiterlijk 24 maart is het definitieve advies bij de ouders en leerlingen bekend;
- van 25 maart t/m 31 maart kunnen ouders zich digitaal aanmelden bij een VO-school.
- Uiterlijk 9 april definitief besluit over toelating middelbare school
NB: “De Eigen Wijzer” wordt op de centrale kennismakingsdag door de leerlingen zelf overhandigd op de nieuwe school.
3.2 Onderwijskundige informatie en onderbouwde toetsscore
Na inschrijving in het VO zullen via www.de-overstap.nl de aanvullende gegevens met het LVS en gegevens omtrent de sociaal-emotionele ontwikkeling overgedragen worden.
3.3 Leerlingen die in aanmerking komen voor lwoo of PrO
Voor een juiste advisering dienen de basisschoolleerlingen die in aanmerking komen voor lwoo of PrO goed en tijdig in beeld te hebben.
NB: Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is geen apart onderwijs, maar een extra begeleiding binnen het vmbo. Het is bedoeld voor leerlingen die een vmbo-diploma kunnen halen, maar die hierbij extra ondersteuning nodig hebben. PrO is wel een apart onderwijsniveau, waarvoor aanvullende criteria m.b.t. IQ en leerachterstanden gelden.
1. Leerlingen determineren ten behoeve van toelating lwoo/PrO
Signalering: Indien uit het leerlingvolgsysteem blijkt dat er achterstanden zijn van 25% of meer op of/en begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen, zal de basisschool zich zo vroeg mogelijk moeten afvragen of deze leerling in aanmerking komt voor leerwegondersteuning (lwoo) of een toelaatbaarheidsverklaring tot het PrO. Teneinde een goed beeld te hebben van de leerachterstanden kan bijv. een Drempelonderzoek worden afgenomen vóór 1 januari. Als uit het leerlingvolgsysteem, Drempelonderzoek of een andere toets blijkt dat de leerling daadwerkelijk in aanmerking komt voor lwoo of PrO, dan wordt bij mogelijke PrO-leerlingen ook een intelligentietest (NIO, WISC, enz.) afgenomen
2. Het samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland bekostigt het Drempelonderzoek voor PrO-leerlingen en voor leerlingen van het vmbo, bij wie het vermoeden bestaat dat zij in aanmerking komen voor lwoo. Eventuele intelligentietests worden eveneens bekostigd. .
3. De leerlingen aanmelden voor lwoo/PrO
De basisschool levert een volledige uitdraai van het leerlingvolgsysteem of de uitslag van een toets, waaruit de DLE’s en de relatieve leerachterstanden blijken; voor mogelijke PrO-leerlingen ook het IQ. Hierbij moet vermeld worden welke toetsen gebruikt zijn, met de datum van afname. Deze gegevens zijn noodzakelijk bij de aanmelding als lwoo-leerling of het aanvragen van een toelaatbaarheids-verklaring voor het PrO.
Toelating Praktijkonderwijs (PrO)
Voor toelating tot het PrO is NIET het advies van de basisschool leidend. Er zijn landelijke criteria waaraan de leerling moet voldoen:
- De leerling heeft een IQ met een bandbreedte van 55 tot en met 80 in combinatie met 7 leerachterstanden van ≥ 50% (3 jaar) op tenminste twee van de vier domeinen (begrijpend lezen, inzichtelijk rekenen, spelling, technisch lezen), waarvan tenminste 1 van deze domeinen begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen is.
Voor leerlingen die niet aan deze criteria voldoen maar naar het oordeel van de basisschool wel aangewezen zijn op praktijkonderwijs is er een aparte procedure. De leerling wordt aangemeld bij een PrO-school vóór 1 maart, de PrO-school vraagt een toelaatbaarheidsverklaring aan bij het samenwerkingsverband en er vindt een intakegesprek plaats.
Toelating tot een school met lwoo
Een leerling wordt geplaatst op een school met leerwegondersteuning (lwoo) als er sprake is van leerachterstanden van circa 25% – 50% (1,5 – 3 jaar) op ten minste twee van de vier domeinen (begrijpend lezen, inzichtelijk rekenen, spelling, technisch lezen), waarvan ten minste één begrijpend lezen of rekenen. Voor TL-leerlingen moet er ook sprake zijn van een sociaal-emotionele ondersteuningsbehoefte, die besproken is in een MDO. De lwoo-leerling wordt aangemeld vóór 1 maart.
Als een leerling met leerachterstanden een bredere ondersteuning nodig heeft dan alleen op cognitief gebied (leerachterstanden), wordt hij/zij altijd aangemeld via een MDO-overdracht, vóór 1 maart. Dit geldt in ieder geval voor alle leerlingen die een vmbo-TL-advies krijgen en leerachterstanden hebben.
Indien de leerling wordt uitgeloot op de school waarmee het MDO gehouden is, voert de school waar de leerling wél geplaatst wordt een inschrijfgesprek met aandacht voor de gevraagde extra ondersteuning.
3.4 Leerlingen met een intensieve ondersteuningsbehoefte
Als een leerling een onderwijsondersteuningsbehoefte heeft die de basisondersteuning van de VO-scholen overstijgt, worden de volgende stappen gevolgd:
- De basisschool organiseert tussen 1 november en 1 maart een MDO-overdracht
- In dit MDO stellen leerling, ouders, basisschool en VO-school vast wat de leerling extra nodig heeft om het VO-diploma te behalen
- De VO-school onderzoekt vervolgens of zij die ondersteuning kan bieden, bijvoorbeeld m.b.v. trajectbegeleiding
- Indien de leerling wordt uitgeloot op de school waarmee het MDO gehouden is, voert de school waar de leerling wél geplaatst wordt een inschrijfgesprek met aandacht voor de gevraagde extra ondersteuning.
3.5 Leerlingen van de Internationale Taalklas (ITK)
Leerlingen die afkomstig zijn van de Internationale Taalklas stromen door naar de brugklas van een VO-school. Voor hen gelden dezelfde aanmelddata als voor lwoo-leerlingen. Zij kunnen zich vóór 1 maart aanmelden bij de VO-school naar keuze. De VO-school onderzoekt of zij aan een eventuele ondersteuningsbehoefte kan voldoen en of zij de leerling kan plaatsen. Indien de leerling wordt uitgeloot op de school waarmee het MDO gehouden is, voert de school waar de leerling wél geplaatst wordt een inschrijfgesprek met aandacht voor de gevraagde extra ondersteuning.
ITK-leerlingen kunnen in de maanden tussen de aanmelding en de start van het nieuwe schooljaar nog een behoorlijke ontwikkeling doormaken. Als dat het geval is en de leerling kan een hoger niveau aan dan het oorspronkelijke advies, dan wordt de leerling op dit hogere niveau geplaatst – als de school dit niveau aanbiedt en daar plek heeft. Anders wordt de leerling nog voor de zomervakantie aangemeld bij een andere school. De VO-school waar de leerling al geplaatst was ondersteunt ouders en leerling bij deze nieuwe aanmelding totdat er een definitieve plaatsing op een andere VO-school is.